Bernstein 187 geeft alleen de eerste helft.
Elia Levita Tischbi onder het lemma סכן geeft alleen de tweede helft van dit spreekwoord.
671. Messer. Mit das messer is der tole gejidscht.
Met dit mes is Jezus besneden. Gezegd, van een stomp mes. Tole, toluj -H. taluj = de gehangene = Jezus. Jidschen = jüdischen = tot Jood maken = besnijden (V.P. 44). Elders ״mallen”. Naar een Joodse legende zou Jezus nolad mahul (= besneden geboren) zijn. Volgens sommigen zou dit spreekwoord hierop slaan, hetgeen niet waar-schijnlijk is.
672. Me'tsie-e. E me'tsie-e, von e gannew.
In het Nederlands vaak verbasterd tot: E me’tsie-e vore gannew. Een koopje van een dief. Gezegd als men iets zeer goedkoop gekocht heeft, zoals van een dief, die het tegen elke prijs kwijt wil. Me’tsie e, zie 252. V.A. II, no. 13, blz. 208. - Bernst. 168.
673. Me'tsie־es. Von me'tsie-es ken men aach arm wem.
Van koopjes kan men ook arm worden. Vgl. In solletjes gibt man s’n geld ous, no. 1031 - Bernst. 85. Was wolwel (wohlfeil, goedkoop) is theier.
674. Midbores. Wie ous de midbores ar ous.
Als uit de woestijnen.
Gezegd van iemand, die er woest of verwilderd uitziet. midbores H. midbarot = woestijnen. V.P. 214.
675. Midjen. Wen Midjen un Mouew sisch miteinander har genen, hobben mir Jidden menuche.
Als M. en M. met elkaar vechten, hebben wij Joden rust. Bet: Als de niet-Joden elkaar in ’t haar zitten, hebben de Joden tenminste rust. Zie echter ook no. 12. Menuche H. menucha = rust. Hargenen, typisch Jiddische afleiding van Hebr. הרג doden.
Dergelijke vormen: asseren, vermasseren e.a. op dezelfde wijze ge-vormd, zie inleiding § 5, no. 10. V.P. 214.
163