Jerosche

Titel
Jerosche

Jaar
1959

Druk
1998

Overig
3ed 1998

Pagina's
311



Rabbijn Benjamin de Vries, die werd opgeleid aan het Amsterdamse Rabbijnen Seminarium, vertelde deze twee verhalen ongeveer dertig jaar geleden in Israël aan de taalkundige Uriel Weinreich. Weinreich was professor aan de Columbia University. Hij werkte, als initiator en als een van de interviewers, aan een project waarvan de resultaten werden vastgelegd in de Language and Culture Atlas of Ashkenazic Jewry (Tübingen, 1992 e.v.). Het stelde zich ten doel het hele Jiddische taalge-bied in kaart te brengen. Niet enkel om aldus een wetenschappelijk overzicht te krijgen van de verschillende Jiddische dialecten, maar ook om een beeld te krijgen van de varianten in joodse cultuuruitingen in het gehele Jiddische taalgebied.

Beem was een van Weinreichs informanten. Niet zonder trots wees hij er altijd op dat, hoewel de Jiddische taal in West-Europa nog maar spora-disch gehoord werd (terwijl het Oost-Jiddisch zich nog steeds ontwik-kelde), deze toch daar haar wortels had.

Het West-Jiddisch, waarvan het in Nederland gesproken Jiddisch een variant is, kon dertig jaar geleden nog behoorlijk goed worden opgete-kend in onder meer de Elzas, in de Zwitserse ‘Judendorfer’ Endingen en Lengnau en, zoals uit bovenstaande verhaaltjes blijkt, uit de mond van enkele Nederlandse joden die de taal nog hadden horen spreken. Ook Beem kon Weinreichs vraag of hij nog verhalen kende in het Jiddisch, bevestigend beantwoorden, maar meer dan Benjamin de Vries1 schroomde hij om die metterdaad te vertellen.

Beem was germanist en taalwetenschapper. Min of meer door de omstandigheden gedwongen werd hij daarenboven ook nog historicus. Zo tekende hij de geschiedenis op van de joden van Leeuwarden en

VI

1

S. Lowenstein, indertijd ook medewerker aan het Atlas-project, hoorde nog een ander verhaal van De Vries, dat hij later nog eens op een shabbesmiddag ten huize van Algerijnse joden in Montpellier herhaald kreeg. Het was het verhaal over een rebbe die een preek hield en ineens een vrouw zag huilen. Ze vertelde de rebbe dat zij een geit had met een sik net als de rebbe en de geit stierf. ‘Worum ist de rebbe nicht geshtorben?’

Het verhaal werd verteld in het Judeo-Arabisch en Lowenstein kreeg te horen dat het vertaald veel minder leuk zou zijn. Het kwam te berde tijdens een gesprek over de maggid (geleerde) van Dubno. De mogelijkheid bestaat dan ook dat het verhaal afkomstig is van de Dubner maggid.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.