78 Judaeo-Nederlands
dagen nl. ook de laatste dag van de vorige maand.
ironisch == ja, zeker.
nou nee
Ontbijt
ontvanger der Heilige Landsgelden
oog, een groot oog
op iets hebben
opgaan
opperkoster
oppervoorzanger
oproepen
orde
Paasballetjes
over
overjaar overmaand
de eerste maaltijd 's avonds na de vasten-dag; vernederlandst uit jidd. ambiss zie aanbijten.
< hebr. in iedere Joodse gemeente een of meer personen die gelden inzamelen voor de armen en talmoedscholen in het Heilige Land.
< jidd. = afgunstig zijn.
naar de biema gaan; zie oproepen. ( jidd. obersjammes — hoofdkoster.
< hd. Oberkantor = eerste voorzanger, op de biema roepen, om een afdeling uit de Tora te horen voorlezen.
in afwijkende betekenis, ongeveer = samenstelling, bijv. orde van de seder; orde van de haggada; orde van de in wij-dingsdienst.
dit voorzetsel werd, speciaal in het Am-sterdams-Joods dialect in ruimere bete-kenis en vaker gebruikt dan dit in het algemeen gebruikelijk is; het heeft ook de betekenis: om, van wege, wegens, van; bijv. hij blijft thuis over de regen; hij mag niet over de dokter; afwijkend ook: hij gaat over zijn zak = hij tast in de beurs, jidd. schrikkeljaar dwz. met een dertiende maand.
jidd. de dertiende maand die aan een schrikkeljaar in de Joodse tijdrekening wordt toegevoegd.
citroenballetjes die speciaal voor het Paas■ feest vervaardigd worden.