76 Judaeo-Nederlands
Maal, je laatste maal
maanzaadgalle
maanzaadkoek
maatschappelijk
Maaccabeeënfeest
maken
mantel matteklopper
melk eten
< jidd. wens bij verloving of bruiloft, galle met maanzaad.
boterkoek met maanzaad vgl. algemeen Nederl. maanzaadkoek = veevoederkoek. in de zin van algemeen, in tegenstelling tot alleen maar Joods; bijv. maatschappelijk onderwijzer, maatschappelijke jaartelling. = Inwijdingsfeest = Chanoeka. De Macca-beeën waren de aanvoerders in de strijd om de godsdienstvrijheid tegen Antiochus IV van Syrië die de Helleense cultuur met geweld aan de Joden wilde opleggen. De strijd leidde tot het herwinnen van de on-afhankelijkheid en de herinwijding van de ontwijde Tempel; vandaar ook de naam Inwijdingsfeest.
< jidd. a. in combinatie met een substan-tief: sjabbes maken, nacht maken (= het ritueel bij het einde van de sjabbat) enz.
b. dat maakt zo niet = dat klopt niet, dat is verdacht.
c. zich niets zien maken, zich niets horen maken, zich niets weten maken == doen alsof men niets ziet enz.
d. zich te doen maken = zich ergens druk over maken.
omhulsel van een wetsrol, scheldnaam door de Portugese Joden voor de Hoogduitse gebezigd. Herkomst onbe-kend.
met melk of boter bereid voedsel eten; zie vlees eten.
lofzegging jidd. brooche; kort gebed bijv. vóór en na
het eten; met vaste tekst, loofhuttenfeest < hebr. de loofhutten herinneren aan het
verblijf in de woestijn; zie Lev. 23 : 42, 43 en Deut. 16 :13-15; tegelijk oogstfeest, lotenfeest vert. van Poeriem; poer=lot; zieEsther 3:7.