< jidd. herdenking van de uittocht uit Egypte op de beide eerste paasavonden; hierbij wordt het verhaal: de haggada ge-lezen, hetgeen verbonden is met allerlei symbolische gebruiken.
1. de seider geven dwz. leiden. 2. aan de seideravond deelnemen, schotel waarop de verschillende ingrediën-ten liggen, benodigd voor de seiderviering. jidd. seichel, verstand.
< hebr. woord dat in hoofdzaak in de psalmen voorkomt; het wordt verschillend verklaard, als muziekteken, pauzeteken of als synoniem met amen.
< hebr. engel.
< hebr. serafiem, eigenlijk een meervouds-vorm = seraf.
< gr. < hebr. sjekel; bijbelse munt en ge-wicht.
zie sjikker.
( jidd. asjkenazische uitspraak van sjabbat.
< jidd. niet-Joodse man, resp. vrouw die op sjabbat in Joodse huizen vuur en licht verzorgt.
zie sjacheren.
< jidd. en mhd. het woord komt niet uit het Nederlandse jidd. maar is via de Duitse Gaunersprache opgenomen; het berust op een oude vermenging van het jidd. sachern = handelen, handelend rond-reizen vgl. sauger en mhd. schachaere = rover; betekenis: minderwaardige of be-driegelijke handel drijven; ook: pingelen, afdingen. Zie pag. 31.
( jidd. < rom. vgl. lat. calere, calidus en Frans chaud: voedsel dat voor het begin van de sjabbat in de oven gezet wordt, om op die manier warm voedsel te hebben, daar op sjabbat niet gekookt mag worden; zie Ex. 16 :23; Het woord heeft ook de