56 Woordenlijst
< jidd. ( hd. niet te veel geroemd, ongeveer = afkloppen bijv. een mooi kind, onbe-schrieën en onberufen, zie beschrieën.
onbeschrieën en onberufen
Pages, pagus pakslinger
parg, parreg, parrig
parnas parnassijns
pascha
pasen pats
peiger
peigeren penoze
pesach piechem
piegem, piegum pieskapee, pieskopee
pietsie, pietsje pinoze, pernoos, pernoze
planjenen, planjeren plegeskop
< jidd. paached, bang.
( jidd. pakschlingel = onbeschaafd, ordi-nair mens, oorspronkelijk van rondtrek-kende Joodse marskramers.
< jidd. ( Pools; onaangenaam individu, ook zeer hoofd, kletskop.
(jidd. bestuurder van een Joodse gemeente, zie parnas, gevormd van het meervoud parnassiem.
< gr.-lat. < aram. < hebr. 1. paasfeest 2. paaslam.
zie pascha.
klap vgl. jidd. patsch, patschen, hd. Patsch, patschen; in deze betekenis uit het jidd. overgenomen?
( jidd. in het jidd. oorspronkelijk substantief = lijk; barg. = dood, ka-pot.
(jidd. doodgaan, creperen; barg. idem. barg. (jidd. parnose = onderhoud, middel van bestaan; in het barg. met verenging van de betekenis speciaal ook: prostitutie, de penoze ook: de onderwereld.
< hebr. paasfeest; zie pascha.
barg. ( jidd. etymologie onzeker; dwaas, zonderling; ook klein ventje, zie piechem.
barg. jidd. pies-chen pee: uitvlucht, smoes-je.
( jidd. ( hd. bisschen = een beetje, zie penoze.
( jidd. ( rom. vgl. lat. plangere = huilen, barg. ( jidd. plegesj = lastig wijf; treiter, pestkop.