24 Inleiding
noen = n). Het verkleinwoord heeft in het Nederlands de bete-kenis: vrijbiljet aangenomen. Het circuleert tot nu in beperkte kring, maar toch weer niet zo beperkt, of een regionaal blad kon in 1969 schrijven: ״Men weet misschien vrij algemeen dat het (i.e. koefnoentje) bij ons in de volksmond een vrijbiljet betekent, of iemand die zonder betalen een voorstelling bijwoont,יי waarbij het in de laatste betekenis zijn ironische nevenzin behouden heeft31.
Geteisem Jiddisch chatteisem, enkelvoud chattes. Het betekent a. arme mensen; b. slechte mensen, gepeupel, schorem.
Alleen in deze tweede betekenis is het in het Nederlands over-gegaan, waarbij het oude meervoud naar analogie van gepeupel en schorem, uitsluitend in het Nederlands, onzijdig enkelvoud geworden is. Zodoende komt Het Handelsblad er toe te schrijven: ״Wij werden gewoon beschouwd als het grootste getijsem uit een achterbuurt".32
Opvallend is bij sommige van deze woorden dat het verband met hun herkomst losser of geheel onzichtbaar wordt, doordat ze in verbinding gebracht worden met een gelijkluidend Nederlands woord, zodat hun betekenis in die richting afbuigt, ofschoon er oorspronkelijk geen band bestaat met het Nederlandse paroniem. We kunnen dit losraken van eigen achtergrond nu op gang zien komen bij de uitdrukking: weet-ie veel van z'n gezond, vertaald uit het oorspronkelijke: waass er viel von s'n gesond. Het is een zgn. staande uitdrukking, in dat opzicht vergelijkbaar met Nederlandse als, te zijnen huize, van goeden huize, in koelen bloede. Ze zijn in deze vorm overgeleverd en plegen onveranderd te worden doorgegeven; ze herinneren aan oude naamvalsvormen en bewaren woorden in hun vroegere vorm of betekenis. Dat is ook het geval met het woord ״gezond" dat in deze staande uit-drukking is overgeleverd. Daarin bleef het Middelhoogduitse substantief gesunt = gezondheid bewaard en het is dus niet hetzelfde als het Nederlandse adjectief gezond33. Deze uitdrukking is niet bij alle Nederlandse journalisten zonder innerlijk letsel ״overgekomen". Dat bewijzen o.a. de volgende citaten: ״Daaruit
81 Goois Nieuwsblad 24/3/1969.
32 Algemeen Handelsblad 3/6/1967 Supplement.
33 In de Joodse volkstaal wenste men ook nog ״met gezond" bij het in gebruik nemen van iets nieuws en ״bij mijn gezond" ter bekrachtiging van een bewering; beide met gebruik van dit oude woord.