wierp de directeur op vriendelijke toon tegen. 'U heeft er heus goed aan gedaan hem hier te laten verzorgen.'
'Waarom is hij dan gestorven,' riep ze uit. 'Waarom?' Ze kromp ineen en barstte in een hartverscheurend gehuil uit. 'Toe maar, laat maar komen,' zei Anna zachtjes. Geknield zat ze naast haar en streek met haar hand over Selma's rug. Lijkbleek richtte Bram zich tot de directeur.
'Hoe, waaraan is mijn vader...'
'De toedracht van uw vaders dood is tot mijn spijt zeer schokkend, ben ik bang,' zei de directeur langs hem heen kijkend. 'Hij heeft, om precies te zijn, de sneltrein van zeven voor tien een einde aan zijn leven laten maken.'
Bram sperde zijn ogen open en versteende. Selma schoot omhoog en hapte naar adem: 'O mijn God!' Anna wilde haar naar zich toetrekken, maar Selma wankelde naar Bram en greep zich vast aan zijn bovenarmen. Ze drukte haar gezicht tegen zijn borst en riep huilend in onsamenhangend jiddish om God's hulp. Hij keek op haar neer, op zijn ontroostbare moeder, z'n armen als verlamd langs z'n lichaam en sprak met gebroken stem: 'De Nazi's hebben hem vermoord, ze hebben hem alsnog te pakken gekregen.' De kleur van zijn gezicht zag net zo blauwwit als de rook die omhoog kringelde van de nieuwe sigaret die de directeur had aangestoken.
'Als u dit straks nog met u mee naar huis wilt nemen,' zei deze terwijl hij uit de lade van zijn bureau Aarons onafscheidelijke wekker tevoorschijn haalde en omhoog hield. 'Het lag nog in de berm bij het spoor.'
33