Terug uit de Hel van Buchenwald

burg, voormalig wethouder van Enkhuizen, niet vergeten, want hij heeft niet alleen voor een aantal kameraden, die in verschillende concentratiekampen zaten, maar ook voor vele vrienden en bekenden, die in gevangenissen waren opgesloten, ontzaglijk veel gedaan

Roodenburg heeft gedurende een drietal jaren een actie op zijn eentje gevoerd, door geld en goederen te vergaren bij zijn naaste geestverwanten en bij Nederlandse fabrikanten en ondernemers, om deze goederen dan te vcrdeelen en te expedieeren naar allen, die uit zijn kring gevangen zaten, waartoe ook ik behoorde

Zijn pakketten waren lang niet mis. Boter, vet, kaas en suiker waren de hoofdbestanddeelen, en het was erg genoeg, dat wij de pakketten sedert Augustus 1944 door stopzetting van het postverkeer en door Duitschc rooverijen, moesten ontberen.

En nu wij thuis gekomen zijn, blijkt ons nog meer. Ook onze vrouwen — en het gaat om meer dan 100 gezinnen — heeft Roodenburg niet vergeten. Ook zij kregen herhaaldelijk het noodige bezorgd, waarbij het persoonlijk contact om naar ons te informeeren niet ontbrak

Natuurlijk hebben de moflen Roodenburg op een bepaald moment weggehaald en in de cel gestopt; gelukkig was hel maar van korten duur. Wij zouden hem ook niet makkelijk hebben kunnen missen, hij heeft velen van ons het leven gered.

Pieter Roodenburg. op deze plaats onzen zeer bijzonderen dank. Het machtige en mooie werk dal U voor de gijzelaars en gevangenen deed, zal in ons aller herinnering gegrift blijven!

De Nederlandsche regeering stuurde vertegenwoordigers.

In sommige dagbladen heb ik gelezen, dat de Nederlandsche regeering na de bevrijding der diverse kampen zich niet heeft doen vertegenwoor-, digen, wat mede tot gevolg heeft gehad, dat het transport der politieke gevangenen naar Nederland lang op zich liet wachten. Dit wordt des te pijnlijker, wanneer men dan leest, dat andere landen wèl direct voor regeeringsvertegenwoo'digers gezorgd hebben.

Welnu, de Nederlanders uit Buchenwald mogen zich wat dit betreft niet beklagen. Zeven dagen na de bevrijding hebben zich namens de regeering de Kapiteins Goossen en Koldcweij aangemeld en beiden hebben van den eersten dag af het mogelijke gedaan ter bevordering van onze repatrieering.

Kapitein Goossen heeft zich onmiddellijk voor ons allen en in het bijzonder voor een bepaalde groep, die zich op een bepaalde wijze verdienstelijk had gemaakt, voor een spoedige vrijlating ingezet, en Kapitein Koldeweij deed iederen dag zijn uiterste best vliegtuigen te charteren, hetgeen niet gelukte, omdat.... de oorlog nog niet was afge-

39