Kamertjeszonde

Auteur
Herman Heijermans

Geschreven onder pseudoniem
Koos Habbema

Titel
Kamertjeszonde

Jaar
1898

Druk
1899

Overig
2ed

Pagina's
439



61

.... „Ibsen .... da’s ’n reus .. . da’s ?n reus.. Hebbie Klein Eijolf van ’m gelezen?” ...

 „Nee,” zegt ’t groenbleek komiekje: „wat is dat voor

>n stuk?”

„’n Stuk... ’n stuk moderne kunst zeg ik je kè*je Bouwmeester SolnessT*

„Nee,” zegt ’t groenbleek komiekje, èrg klein achter z’n heete groc.

„.... Da’s ’n prachtig stuk . .. Verdomme wat ’n werk!.... Kè-je Rosmersholm?’

„Nee,” zegt het groenbleek komiekje.

„Ibsen da’s jé kraan, zie je.... Ze zijn te stóm om ’m te begrijpen .... te stom. Ibsen is ’n reus, ’n -reus.... Kè-je Peer GyntT

„Peergint? Wel is van gehoord,” zegt groenbleek komiekje: „is dat niet die echtbreuk-geschiedenis ?”

„Nee! Wèlnee. Da’s” ....

„Hahaha! Hohoho! Goverdómme ! Haha! Hohoho!” — „Nou heb maar niet zoo’n lol as iemand verliest!” —„Ik zet vijf gulden!” — „Nou jonges, ik waag d’r ’n tientje an.” — Nee, nee, nee! Niet zoo verdomd hoog!” — „As de bankhouer wil, hebben jullie je bek te houen.” — „Ik doe ’m!” — „Jezis Christus!” — „God zal me kraken!” — „Hahaha!” — „Da’s ’n bof! Da’s gewoonweg boffen!” — „Wat heit-die vrijer 'n geluk in ’t spel!” — „Dat kost je ’n rondje!” — „Wat binne jullie’n verdomdegokbeeste!”, roept de vrouw van den acteur. — „Drink-ie mee van ’t rondje, Sanet?” — „Geef mijn maar ’n residaatje,” zegt Jeanette. — Dan wordt er buiten gescheld. Drie uur. — „Wel hé-je nou ooit!” — „Goeien morgen Treessie!” — „Dag Trees-ie!” — Trees, die laatst op straat stond te schreeuwen, toen we bij Dirk en Guus waren, komt binnen met ’n pettig jongmensch. Ze ginnegapt, fluistert zachies met Guus en Duif, terwijl het jonge mensch verlegen bij al dat rumoer naast een leeg tafeltje drentelt. — „Dag Spier!” — „Dag Trees!” — Dag „Sjorsjien!” — „Kommie niet bij ons zitten, Trees?” — „Nou.. . ik ben met iemand die jullie niet kennen.” — „Kom maar zitten! Kom nou!” — Trees vraagt’t jong mensch of-ie kennis wil maken. Hij wil niet, is te verlegen. „Wat ’n broekie heeft ze nou weer bij zich,” kwaadspreekt Duif. — „Elke avond ’n ander,” zegt Guus. — „Wat bestelt ze nou?” — „Jes-sus, Jessus! Wat ’n kreng! Mevrouw mot kip hebbe!” — „Wat

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.