Kamertjeszonde

Auteur
Herman Heijermans

Geschreven onder pseudoniem
Koos Habbema

Titel
Kamertjeszonde

Jaar
1898

Druk
1899

Overig
2ed

Pagina's
439



60

weer. — „Wat ’n gokkers,” zegt Duif, verontwaardigd. — „Drink jij maar liever niet zooveel,” zegt Dirk. — „Zeg is ik ben me daar ’n kind!” — „Strakkies hebben wij maar weer last met jou!” — „Blijf nou van me glaassie af! Verrek nou, zeg!” — „Parlementair blijven, Duifie!” — Duif zit er lodderig, ineengezakt bij. Ze begint *de „hoogte” te krijgen. Thuis hindert dat niet. Hier zit je met ’r opgescheept. — „Duif, schatje, zou je ’r maar niet uitscheien? ’t Is kort dag.” — „Wat wille jullie toch van me! 'k Ben niet dronken zeg. Jessus wat benne jullie voor mense!” — ’t Lawaai wordt weer sterker. „Die advocaat” heeft ruzie met ’t diamant-joodje. — „Jij kijkt verdomme onder de tafel!” — „’kSal dood blijfe as dr ’n haar van me hoofd an dach!” — „As d’r hier valsch gespeeld wordt gooi ik de kaarten neer!” — „Wie speelt ’r valsch, sodejuu!” — „Wie wie zegt!” — „As je me dat nog is zeg, sla ’k je vierkant op je smoel!” — „Da’s geen argument, go verdomme !” — „Zulle we d’r dan maar uitscheije ?” — „Ik schei d r uit! Jullie maken d’r ’n pan van!” — „Natuurlijk! Jij wou al dadelijk niet meer.” — „Ach vent, stik! Met jou speel ik toch nooit meer. Speel niet as je d’r niet tegen kan! Wat bliksem is dat!” — „Eerst afspelen, asjeblief! Wat is dat voor manier! Wat hebben wij met jullie stront te maken! Ik heb een gulden opgezet! Spelen we of spelen we niet ?” — „Nee. Ik ga d’r vandoor! Aannemen!” — „Piet, jij mot nog betalen.” — „Drie, vijf en dertig.” — „Morgen bij Mast.” — „Dag mense.” — „’k Zal doodvallen vóór ik an jou nog 'n dubbeltje waag!” — „Mot jij weten! Saluut!” — „SaluutP — „Willen wij doorspelen ?” — „Koos neem jij de bank. Vooruit nou !” — „Aannemen !” — „Gerrit breng nog is vijf glaassies cognac!” — „Schoppen tien,

schoppen twee ” — „Let nou toch op goverdomme!”

Om de tafel hokken ze. De schilder heeft ’n rooien kop, rood en moe. Piet, bleeke Piet, naast ’m, kijkt naar de kaarten met groote omkringde oogen. Z n gezicht is vaalblauw, vies, verlept, mager. Zn handen beven als-ie z’n glas cognac omslaat. „Die advocaat” met z’n dikke bolle koonen is koortsig in al z’n doen, gejaagd bij ’t opgooien der kaarten. De soufleur zit in één gebogenheid van aandacht, diamantjoodje glimlacht. De ouwe bankier die al dien tijd gebabbeld heeft met de vrouw van den acteur, is opgestaan, kijkt toe over den schouder van den soufleur. De redacteur van het politieke spotblad zit zwaar te beweren over kunst met den groenbleeken komiek.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.