245
„ ... Nee ... Je was toen wèl hard ... Maar je was oprecht en je had ’t bij ’t rechte end. .. jij ben ’n eerlijke kerel... Ik ben ’n ondankbare stomme ploert geweest.”
„ ... ’k Begrijp je niet.”
„ ... ’k Nam jóu kwalijk — ’t is wèl dol, als ’k ’r nou an denk, ik geneer me om ’t te zeggen — ’k nam jou kwalijk, dat zij telkens over jou sprak.”
„Over mij ? ... Maar wat ’n waanzin beste jongen !”
„Anders let jij op alles. — Dat heb je niet opgelet. Ze maakte jou ’t hof.”
„Wat ’n krankzinnigheden heb jij je in je hoofd gehaald!” „Dat vin ’k nou ook wel — maar d’r waren zooveel kleinigheden — jóu keek ze telkens an — om jouw aardigheden lachte ze — om jouw oordeel maalde ze — telkens vroeg ze waar jij toch zat — en laatst nog bij Guus en Dirk an tafel. . . met dat uitje uit de pot met pickles waarmee ze mij sarde ... en dat jij opat...”
„Hahaha ! Hahaha .. . wat ’n volmaakte idioot!”
„Ja, ’t is om te lachen — al zulke dingen zijn om te lachen, maar op ’t oogenblik zelf — heb je dat wel eens opgelet — op op ’t eigen oogenblik prikkelen ze je en maken je helsch ... En jij ben toch altijd zoo luizig goed voor me geweest en nóg . .. Weet je ... dat ze nou met Druif is . ..”
Zachies, bijna terloops, zei-die ’t.
„ ... Met die smaus” ...
„ ... Ja, met die smaus” ...
„ ... Zoo” . ..
„ ... Jij had wel gelijk toen je d’r pervers-Treesje noemde.” „Héb ik ’r zoo genoemd ?”
„ ... Toen je d’r uitschold — herinner je je nog ? — toen ze Ophelia zou spelen... ’t Is nou alles uit. .. Ze kan niet buiten weelde ... Met mij moest ze in de Quelle ’n glas bier van een dubbeltje drinken ... Ze heeft ’t nog lang volgehouden, hè ? ... Wel heel lang... Hoe lang heeft ’t geduurd?. .. De laatste avonden moest ze hier zitten omda’k geen centen meer had — zaten we bij ’n koppie koffie ... Nou, je begrijpt hè ? .. . Dat vond ze vervelend, hè ? ... Dat hield ze niet uit, hè ? ... Daar droogde ze bij weg, hè ?... Die hoereboel van ’t tooneel!. . . Die hóé-rè-boel!... Maar ’k zal me niet kwaad maken, wat?... Wat helpt ’t ?... Ik kan maar wat gebrekkige verzen stellen tegenover de