Kamertjeszonde

Auteur
Herman Heijermans

Geschreven onder pseudoniem
Koos Habbema

Titel
Kamertjeszonde

Jaar
1898

Druk
1899

Overig
2ed

Pagina's
439



170

„Nou laat ze nog maar effen opblijve.”

„Zulle wij nou niet is opstappe?”

„Hoe laat is ’t?”

„Hallef negen. Je wou toch nog op de Nieuwendijk weese.”

„Nou dag Georgien. Kommie morrege is? Op Sondag hebbie toch niks te doen. As meneer ons de eer wil aandoen... We sijne maar burgermense, hoor ... San sjen... hoor.”

„Dag mevrouw.”

„Ajuus meneer.” Voor de tweede maal wippert de fantasiehoed van ’t hoofd van den vader.

„Kan-u d’r afkomme? Wees-u voorzichtig moe. Alf strijk jij is ’n lucifertje af. Kan u zoo zien?.. . Wacht ’k zal de deur open trekke.”

„Dag schoonmama. Dag schoonpapa,” zeg ik zachies-lachend, terwijl de huisdeur dicht dreunt.

„Hou die ouwe mense nou niet voor de gek,” zegt Georgine, ongemaklijk.

Ze begint ’t kind uit te kleeden dat met heerlijke roode koontjes doorslaat over allemaal goddelijke kinderdingen, over d’r broek die zoo afzakt, over opoe die van opa op d’r bille gehad heeft. Dan draagt Georgine haar naar me toe. Jt Kind slaat de bloote flaweelen armpjes om m’n hals, zoent me met warme lippen, links en rechts. In de alkoof kijk ik toe, hoe Georgine het molletje instopt, haar laat bidden van.... „Onze lieve God in de hemelen” ....

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.