Kamertjeszonde

Auteur
Herman Heijermans

Geschreven onder pseudoniem
Koos Habbema

Titel
Kamertjeszonde

Jaar
1898

Druk
1899

Overig
2ed

Pagina's
439



166

gulden vijf en zeventig betaald en ‘k mot toch zellef ook leven Nou kan u narekenen wa’k overgehouen heb.”

„Stuurt-ie je niks?”

„Drie weken gelejen zond-ie vijftien gulden .... Hij kan toch maar niet weten of 'k zelf wat verdien, die vuile jood !” „Nou-ou-ou! ’t Is altijd je man, al is ie ’n jood. Je mot je man niet voor jood uitschelden. Das niet in de haak” ....

„Hét ze dan geen gelijk,” zegt de vader — terwijl-ie z’n bier slurpt —: „Hebbe we niet gehoord van Walpurga, die verlejen week met de W erkendam is teruggekomen, dat ’t ’m best gaat, dat ie weken van zestig en tachtig gulden het! Mottie dan god-doome z’n vrouw en z'n kinderen laten verrekke!”

„Doe me nou ’t genoegen, Casper, en vlóék niet,” zegt de moeder: „je kan de dingen best zónder vloeken zeggen. Dat eeuwige gevloek van jullie mannen! Al het ze nou honderdmaal gelijk, mot ze niet voor jood schelden. Isaac kan niet hellepe dattie ?n jood is. En weet jij wattie ginder noodig hééft?”

„Mens doe nou toch niet zoo stom,” zegt de grootvader: „denk je dat ’n gezonde man in Amerika niet net zoo hard na de hoeren loopt, as hier!” ....

„Hei! Hei!... Denk is ’n beetje an ’t kind!”, kopschudt moeder.

„Nou ja. Leg dan ook niet te zijken !” zegt hij knorrig.

„Netjes. Netjes. We sijne niet onder ons. D’r is ’n heer in ’t geselschap.”

„Verdienen ze zóóveel geld in Amerika?”, vraag ik vlug.

„Of ze. Ze kommen gewoon met ’n paar lappies van duizend terug en gaan voor baas zitten.”

Juffrouw Bok brengt de thee, dezelfde koppen van den vorigen keer, twee witte, een gebloemde. Met ’n behagelijke uitstroo-ming van vriendelijke lachjes en groote belangstelling voor elkaar, praten de vrouwen.

„Wel juffrouw, wat sie-u d’r veel beter uit.”

„Ja vin-u niet?”

„Mot u man weer optreje ?”

„Ze geve van avond Lohengrien in Arnhem. Ja die koriste

hebben weinig rust. Rippeteere en optreje, anders niks--

En dat voor zoo’n geld!. . .. Daar bè-je nou arties voor” ....

„Nou hij het teminste geregeld werk.... Maar mijn man Nou Carré weg is, is ’t scharrele .... Ja, ’t is suur, ’t is wel suur.”

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.