EMILIE CULP. 31
móést zij optreden voor haar brood en Muller die wist hóé gezien Emilie Gulp bij het publiek was — niet bij het heerenpubliek, daarvoor was zij te fatsoenlijk —■ had er niet het minst bezwaar tegen haar een engagement te geven.
Als het signaal-schelletje klonk nam een der confraters haar op, droeg haar naar de plek waar zij zou voordragen.
Was het afgeloopen dan werd zij weer naar haar kleedkamer gedragen.
Zoo „bemerkte” het publiek er weinig van, het goede, beste, brave, eerlijke publiek dat ook Michel Solser heeft laten zieltogen op de planken, Michel dien ’k nog bij zijn laatst optreden in de kleedkamer sprak, Michel, uitgemergeld, met armen als van een skelet.
Maar z’n magerte was famèus-grappig.
Z’n kleeren slobberden zóó komiek om het lichaam, alsof ze in den wind te drogen hingen.
Vandaag waren wij in het Israëlietisch gasthuis om een bevriend geneesheer af te halen. Toevalligerwijze hoorden wij dat Emilie Culp al gedurende een jaar, een ruim jaar was opgenomen. Wel zéér kort na haar optreden in den Parkschouwburg moet zij bedlegerig geraakt zijn.
Wij zijn Emilie Culp gaan zien. Een aantal trappen — een aantal ziekenzalen — en dan héél boven — twee groote deuren — een kamerschut.
De zaal is groot, zindelijk. Er staan bedden in rustige rijen, veel bedden met allemaal vrouwen, vèel vrouwen met grijs haar. En die kijken even op. Het is geen bezoekdag. Boven het witte dek hoofden en paars-katoenen jakjes. Groote vrede. Heel innig-rustige vrede. Geen stratenlawaai. Zolderramen en een groote binnenplaats. Rondom de kachel oude