Schetsen, deel 10

Auteur
Herman Heijermans

Geschreven onder pseudoniem
Samuel Falkland

Titel
Schetsen, deel 10

Jaar
1913

Overig
2ed

Pagina's
221



aangeschreven — geen enkel woordje wensch ik ten nadeele van die mannen te zeggen — ik heb voor hunne personen niets dan lof — maar dan vraag ik toch hoe het mogelijk is te zeggen, dat die stukken als zoodanig deeer vanhetChris-t e n d o m niet aanranden 1), de eer van het

Christendom, mijneheeren____

De Wet. Burgemeester....

Tol. ...Ik ben nog niet klaar, burgemeester____

De Wet. Ik wou alleen opmerken, dat as de secretaris alles an ons vertelt, ’r straks voor de Raad niks overschiet, hèhèhè!

Tol. Dat zijn mijn zaken. Ik heb in den Raad

1

Ter voorkoming van de immer-onaangename beschuldiging van plagiaat en méér nog om den schijn weg te nemen, als zoude ik met deze Scherts de perken van het geoorloofde te buiten gaan, wijs ik er op, dat des heeren Tol’s speech eene verzachting en tempering is, van een andere, waarlijk gesprokene. In zeker officieel Raadsverslag staat nl. woordelijk dit:

.... „Ik ben te weten gekomen, dat ik van *t gebruik van den Schouwburg geen kennis meer heb, dat ik niet met den tijd ben medegegaan en daarvan zeg op dit punt: gelukkig! Ik heb gelegenheid gehad met „Kleine Menschen” kennis te maken en ik heb er mij toe gezet om dat stuk door te lezen, maar ik wil wel erkennen, dat mij dat inspanning heeft gekost, want om dat te eten van het begin tot het eind... ik noem het in een woord: verschrikkelijk 1 Ten opzichte van het Christendom, zooals dat bestaat naar de belijdenis van Jezus Christus en Dien gekruist als Zone Gods, gekomen om zondaren zalig te maken, is „Kleine Menschen” een schendstuk van de eerste letter tot de laatste, dat het een gruwel is. Is, wat hier voorgesteld wordt, de vrucht van het Christendom? ....

„Is dit de heerlijke vernieuwing en herschepping die de wereld aanschouwd heeft ten gevolge van de prediking van het Evangelie door Jezus en de Apostelen? Dan vraag ik, waar ons Dagelijksch Bestuur bij mij hoog staat aangeschreven — geen enkel woordje wensch ik ten nadeele van die mannen te zeggen en ik heb voor hunne personen niets dan lof — maar dan vraag ik toch, hoe het mogelijk is te zeggen, dat dat stuk als zoodanig de eer van het

Christendom niet aanrandt? Dat is mij een raadsel!” Men ziet

ik heb mijn secretaris Tol als een lam laten spreken! S. F.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.