dat ’k den hond niét meer in huis wil hebben! De goeie looper staat vol pooten. ’r Zal hier in ’t stadhuis wel ’n plaatsje zijn! {gaat naar de deur, keert terug). En of meneer asjeblief z’n avond
vrij houdt. We zijn op thee gevraagd bij......
Nee, zeg maar niks — dat breng je toch verkeerd over. ’k Kom zelf over ’n half uur. {gaat naar de deur, keert terug). Maar van dat pakje met stalen onthou je! Vooral niet vergeten: meneer moet dadelijk, dadelijk uitzoeken, en niet in de donkere kleuren. Heb je me goed verstaan?*
Jansen En niét in de donkere kleuren ....
Mevr. Kunst En dat de kleermaker op
antwoord wacht.
Jansen En dat de kleermaker op antwoord
wacht.....
Mevr. Kunst. Goed. Goed. (af).
TWEEDE TOONEEL.
Jansen. Gemeente-Secretaris Tol.
Tol {door linksche deur). Zijn dat al de manuscripten? {bergt folianten in de kast).
Jansen. Nee, meneer de sikkretaris.
Tol. Schiet dan wat op. ’t Is al één uur — om twee begint de raadszitting, {fansen af door rechtsche deur.)
DERDE TOONEEL.
Tol, Commissaris-van-politie Staal.
Staal {door linksche deur met een boek in de hand). Burgemeester....
Tol. Ik ben ’t, commissaris.
Staal. Da’s jammer. Maar misschien....