KINDER- TWAALFUURTJE. 7
zei grooma — dan vroeg grooma of ’k vrijaf mocht hebben, as de boodschap komt” ...
„Ja,* knikte de juffrouw: „dat mag je — maar dan moet je de meisjes verder met rust laten en extra-opletten vanmorgen. — Meisjes we gaan beginnen."
Naast Corrie, V dikke vriendin, zat ze ’t bord te bedroomen, waarop de juffrouw met zachte krijthalen schreef. Ze dee ’r best te luisteren maar telkens als beneden de schel overging, als de breede steenen gang ’t geluid met zwevenden bim-bam door de schoolstilte dreef, wiebelden ’r voetjes van zenuwachtigheid, keek de heele klas naar ’t glazen tusschen-schot of Lies Hansen, ’t aardige kind van de gracht, werd gehaald voor ’n broertje of zusje. Driemaal werd 9r gescheld, driemaal was *t wat anders.
Eerst tegen elf uur, toen ze van ’n andere juffrouw handwerkles kregen, galmde de bel nog eens, kwam ’t hoofd van de school zelf naar de klas, fluisterde met de handwerkjuffrouw, die angstig opstond.
„Liesje" ...
„Ja juffrouw* ...
Ze was de bank al uit, met ’n hoog-rooie kleur en lichtende oogen.
„Liesje, je wordt gehaald — je mag heengaan/
„Dank u, juffrouw — dag Cor — dag allemaal/ zei ze, snel ’r taschje grijpend en ’t boterhammentrommeltje.
Benee, in de gang, wachtte juf — juf die oogen vol tranen had, haast niet kon praten.
„Is ’t ’n zussie, juf?*, vroeg ze al bij de trap, dat de wanden ’r vroolijk kindergeluid in snelheid verwijdden.
„Nee," zei juf.