„ONTDEKKING31
waartegen de weduwe van ’n infanteriekapitein niet op kon.
Maar hatelijke van de zaak was dat één-hoog in kregelige buien aristocratische geniepigheidjes aan twéé-hoog zei, om toch vooral het verschil in stand op fatsoenlijk niveau te honden. Falkland is deze explicatie aan zijne vele vrienden verschuldigd, om hen den ondergrond der nog komende gesprekken en situaties beter en naar regelen der kunst te doen zien.
„Ik zou niet zonder meid kunne stelle,* hield juffrouw Buis vol; „u mot rekene dat er heel wat onderhoud is an me meubelen.”
„Ja, d’s waar.”
„.. .. En dan.... ’k ben ’t eenmaal zoo gewoon. Alles wordt ’n gewoonte niewaar? Wat wordt nou geen gewoonte? Noem me is iets op dat geen gewoonte wordt?
„Ja dat is zoo...”
„. .. Ik moet ’s morgens op me bed ’n kop water-chocola hebbe. Gek, hè. ... als ’k me waterchocola niet heb is me dag niet goed. Laatst logeerde ’k bij me zuster in de Javastraat in Den Haag en voelde ’k me de heele dag onpleizierig omda’k geen
chocola op me nuchtere maag gedronken had Gek,
hè?.... En Coba kent zoo precies me gewoonte... Goeie meid... Net meisje... Heb u de handschoene al geprobeerd die ’k meegebracht heb?..
„Gepast nee... Wat voor nummer heb u gekocht ?*
„Zeven.”
„Nou da’s rijkelijk, ’k Heb ze meest van zes-en-drie-kwart.”
„’t Is echt peau de Suède."
„Ja dat zag ’k wel... Ik dank u nog is duizendmaal Erreg vrindelijk... Erreg lief... Wat ’n dag buite, hè?... Hoe laat staat u vandaag op?”