OPEN BRIEF AAN EEN VANDAAL.
Mij is een deernis geschied, Paërl van Victoria, Hippos-Paërl, Revue-Paërl, schenner van klassieke plekken, sloopertje. Van Eeden heeft gezegd: „Schoonheid is Rechts uiterlijk gewaad”. Uw gewaad is een paardendeken, uw hoofdtooi een schabrak, uw ziel een paardenhoef. Waarom hebt gij u vermeten te zijn de tand des tijds, het Roode spook van de Nes, de belleman van dit slaperig eeuweinde? Heeft de sport u zóo verbruut, dat gij in avondlijke bewondering zit voor paardenvleesch, uw kapitalen vastzet in ouwe cavalerierossen, uw nachten verleeft in stalreuk bij mest, gebitten en haverkliekies? Ei, ge hadt een reputatie op te houden, de schoonheid eener traditie te eerbiedigen.
Wee hem, die niet wacht ’t van zelve groeien van pracht uit Recht, naar schijn voor ’t wezen joeg, die, starend in valsch-flonkerende zwemen afwendde uit zijn donkren koers den boeg. (Lees de jongste Nieuwe Gids, Paërl, Hippos-Paërl, slooper).
O, droevig is de schimmende herinnering aan verre tijden. Waarden niet eertijds nonnen ter plaatse, waar heden in sloppen en straatjes buil van maatschappelijke rotting opensplijt. Gij zult