98 DA-GEN.
niet verboden ? Zie je, zoo doet hamertje, als je ongehoorzaam ben... Wil je nu met je kruiwagen spelen ? ... Kijk eens, Wimpje, de kruiwagen huilt ook... Mag zoo een groote kruiwagen huilen ? . .. Nee wel ?” ...
Afgeleid speelde Wimpje met den kruiwagen, wimpers nog nat. Mevrouw vervolgde.....
„ .. . Zij vonden ... het heerlijke daagjes. Het is hier ook zoo mooi en weelderig, bloemen en alles. Ik genoet ook een paar mooie wandelingetjes, maar met mijn kortademigheid kom ik niet ver. Wimpje neemt al mijn zorgen in beslag. Het is een echte jongen en hij groeit met den dag. Ik houd mijn hart vast als er honden voorbij komen, want voor honden is hij in het geheel niet bang. De grootste honden wil hij aanhalen. Het dorp is verrukkelijk. Er wonen alleen sommige ordinaire menschen. Wimpje wil voortdurend met die kinderen spelen, en dat sta ik natuurlijk niet toe. Soort zoekt soort, niet waar, en daar wij hem tot officier willen opleiden, moet hij al heel vroeg weten wat stand is. Deze laan wordt hoe langer hoe meer bewoond en iedereen bevalt het. Met November krijgen wij buren uit Naarden, alles gepensionneerde heeren. Het leven hier is vrij. Wij maakten eenige visites terug, maar dat gaat erg deftig. Charles is Zondag niet over geweest tot onze spijt.”........
Witte tandjes op penhouder wachtte mevrouw op het drogen der derde bladzij, niet wetend hoe de vierde vol te maken. Truus had een brief van zès bladzijden geschreven. Je kon dus moeilijk na acht dagen met een kleinen brief komen.
In elk geval Truus die had nieuws. Die kreeg meer aanloop in de groote stad. Hier gingen de