52 DE RECENSIE.
En Brammetje, huilerig kijkend om wat-ie gedaan had — wat niet mocht — wat-ie wel wist — gilde dadelijk dat hij geen lucifers gebrand had.
Lijkbleek zakte moeder op ’n stoel.
Saar vloog op het roethoopje toe, dat stérker nu dwarrelde.
Er lei nog één uitgeknabbeld, uitgebeten boekje, met niks er op as ’n advertentie.
Saar’s driftige hand kletste om Brammetje’s wangen.
Moeder begon wanhopig te weeklagen.