Schetsen, deel 13

Auteur
Herman Heijermans

Geschreven onder pseudoniem
Samuel Falkland

Titel
Schetsen, deel 13

Jaar
1897

Overig
1ed

Pagina's
263



146

„Is-die nou eindelijk zindelijk?” — vroeg Wies. „Hij doet niks meer,” giegelde Mies.

„Is-die beter waakzaam?”

„Nou! . . . as d’r iemand voorbij ’t raam loopt, blaft-ie wel vijf minuten.”

„Da’s wat ’n rustig idéé voor je ’s nachts.” „Vroeger keek ik altijd onder me bed, om te zien of d’r geen man lag.”

„Verbeel je ’s nachts . . . ’n inbreker” .. .

„... Of ’n moordenaar” . . .

„Mollie — Mollie — Mollie-ie-ie!”

„Wat heeft-ie nou!”

„O lieve God!.. . D’r zit ’m ’n hond na!”

Mies en Wies stonden stil. De wind waaide d’r rokken strak-weg.

Molly werd achtervolgd door een bruinharigen, leelijken, beslijkten straathond, die met beminnelijke welwillendheid, niet te opdringerig, integendeel met iets gentleman-achtigs in zijn gedragingen, haar — zegge Molly’s — achterpooten en staart liep te beruiken. Molly beangstigd door die toch wel wat onvoegzame gemeenzaamheid, draaide zich eerst om met vertoon van nijdige, witte tandjes, maar de straatvlegel nam er geen notitie van en draaide mee, al naarmate Molly draaide. Kittig vluchtte Molly over een plank, over een sloot en liep aan de andere zij van ’t water Wies en Mies te gemoet met den straathond a la suite. „Mollie-Mollie-ie-ie-ie!” riep Mies.

„Wil je weg gaan, vuil beest!” riep Wies, die met haar parapluie hevige bewegingen verrichtte.

Goedig keek de vreemde naar de ongetrouwde meisjes aan de overzij, naar Wies’ pompoenkoonen en Mies’

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.