11
woorden gaan van den een tot den ander in volkome n begrijpen. Woorden klinken hard. Zwijgen zegt.
Maar zijn oogen raken vol tranen en hij kijkt star naar buiten om het te verbergen.
„Rob/ zeg ik zacht en in mijn zeggen ligt mijn allerinnigste overtuiging: „Het lijkt me zoo goed, om het leven te nemen zooals het komt... We hebben zoo dikwijls ernstig gezegd tot elkander, dat leven een phase tot dood is... en er niets in dat leven mag zijn dat ons zwak mag maken... Ik geloof, dat ik zoo gerust zou sterven, als ik gegeven had... mijn werk.”
„Ik ben niet zwak. Ik ben niet zwak. Maar moeder weet er nog niets van. En Anna...”
Hij stokt en kijkt uit het raam. Ik voel dat hij huilt. O, philosofie over dood en leven is een onding, als de zekerheid van dood er is. Alleen gezonde menschen zijn sterk van voornemen.
Ik probeer hem op te monteren, praat met hem. Hij blijft triestig. En ik lièg afschuwelijk.
Er wordt gebeld. Het is een kennis, die luidruchtig binnenkomt. Hij heeft ons voor het raam gezien.
„Wat een heerlijk weer hè? Rob, ik ben je meisje tegen gekomen in de Kalverstraat. ”
„Zoo, liep ze in de Kalverstraat?”
„Met je mama.”
„Zoo.”
„Wat zijn jullie stil. Heb je ruzie gehad? Zeg jij bent ook vroeg bij de hand i Koffiedrinken om half drie. Hoe kan je vanmiddag eten!”
„Is er nieuws in de stad?”
„Ja een bulletin. Ooms heeft verloren.”