Schetsen, deel 13

Auteur
Herman Heijermans

Geschreven onder pseudoniem
Samuel Falkland

Titel
Schetsen, deel 13

Jaar
1897

Overig
1ed

Pagina's
263



io8

„Jongen, jongen, wat komt ’t water opzetten!”

„Zou oom geen kou kunnen vatten?”

„Welnee. Die dut hier eiken avond.”

„Zou z’n sigaar niet kwaad kunnen?”

„Z’n sigaar. Waar is z’n sigaar?”

„Hij heeft ’m laten vallen.”

„Nee, niet meer oprapen, Cor, nou rookt-ie ’m toch niet meer.”

„Kijk’s, daar gaat een jacht. Hoe eng om ’s avonds te zeilen.”

„Hè! Haast met ’t zeil in ’t water. Vreeselijk angstig! Oe! Oe!”

„Oe! oe!”

„Oe!”

Tante en Cor en Jet springen met angstige gilletjes op. De vloed is in eens met zoo’n kracht op komen zetten, dat ’t water tot aan de verlakte laarsjes spat. Maar ’t loopt dadelijk weer terug.

„Zouen we nou maar niet gaan verzitten?”

„Hè, nee, tante!”

,,’t Is zoo dol mevrouw, om nog éven te blijven.” „Jullie bent net kinderen.”

„Vanmiddag heb ik ’n mijnheer aan ’t strand gezien en die bleef nog zitten, toen ’t water ’n heel eind ver was. Toen moest-ie z’n kousen en schoenen uittrekken. Nee, Jet, ’t was om te gillen.”

„Was dat die met de roode snor.”

„Precies-die.”

„Neem u nou nog een fondant, mevrouw.”

„Nou nog ééntje.”

„Die in ’t goudpapier is heel lekker. Daar zit geglaceerde kastanje in. Proef u wel?”


Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.