114
Post. Dus ü zou denke dat Ansing, dat Ansing ? ...
De officier.... Wil u onthouden dat ik te vragen heb ? — Heeft vrouw Arend of j uffrouw Arend Zaterdag boodschappen bij u gekocht?
Post. Ja, welEdele-welEdele, maar as ’k ’t zeggen mag op de pof —• langzaam, langzaam van betalen.
De officier. Betaalden ze moeilijk?
Post. Nou glad, gesmeerd gong ’t niet.
De officier. Wat heeft ze Zaterdagavond bij u gehaald ?
Post. Laat-’s denke — laat-’s prakkizeere ...’n pondje zout, ’n onsie rozijnen — rozijnen zonder pitten — ’n onsie gemalen koffie —■ nee geen koffie — koffie was van Willemse — twee cente peper...
De officier.... Geen petrolie?
Post. Nee géén petrolie, weledele-welgestrenge — petrolie heit Santje Zondagmorgen gehaald...
De officier (scherp). Zondagmorgen? Verkoopt u Zondagmorgen ?
Post. Nee, niét met centen —• al was’r goud mee te verdiene! Zondag mot Zondag blijve — maar as je ’n buurman ken plezieren.
De officier. Hoe laat was dat?