DE EERSTE KLEINE VERSCHRIKKING. 17
knap vindend. Hij, verliefd, hield ’r kinnetje op, vroeg: „Zeg an meneer hoe je hiet.”
En ’t kind riep plots driest:.. . „Agnietje!” . .. „Wat ’n vies leelijk kind," zeiden we tot mekaar, toen Rein heen was.
„Ja, ’n monstertje” ...
We spraken zoo, omdat we zelf nog geen kind
hadden, niet vermoeden konden wat ’r met ’t meisje
gebeuren zou, toen Rein telegraphisch werd heengeroepen %
’n paar weken later.
2