Kleine verschrikkingen

Auteur
Herman Heijermans

Geschreven onder pseudoniem
Samuel Falkland

Titel
Kleine verschrikkingen

Jaar
1904

Pagina's
245



114    DE    EERSTE    KLEINE    VERSCHRIKKING.

wel ’n halve sigaar. Endjes van vader rookte die dikkels — o jee! — ééns had-ie ’n hééle op Zondag gekregen, maar de èndjes gapte-die en ’t endje van den heer was ’n lekker endje dat nog brandde. Vies had je ’r nie van te zijn, as je ’t dekblad maar af beet. O zoo. Jan rookte met dikke koonen. Voorzichtig dee-ie ’n haaltje, blies den rook weg met ’n plof en dan nog is en nog is, net zoolang tot-ie voelde dat z’n mond goed leeg was. Want de moeilijkheid was om ’t nie in te slikke. Daar wer je benauwd van. Telkes most je maar stevig je adem uithijge, raak uit je keel en heel diep.

„Je komt ’r zoo nooit”, zei Trien na ’n stilte: „dat is geen krans.”

Christien haalde de schouders op, keek schapig-ver-nietigend, zei alleen:

„Hoor haar!” ....

„ Je mag je wel haaste,” meende Jan, als gróóte mannen op den grond spuwend: „Ze begrave d’r om elf” „Nietes,” zei Christien: „om twaalef” ....

„Om twaalef?”, vroeg hij: „da’s nooit” ....

„Nou me vader begraaft zellef mee” ....

De vingertjes bewerkten de paardebloemen. Dravend met ’r korte beentjes over het veld, liep Annetje, ’n

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.