Kleine verschrikkingen

Auteur
Herman Heijermans

Geschreven onder pseudoniem
Samuel Falkland

Titel
Kleine verschrikkingen

Jaar
1904

Pagina's
245



110    DE    EERSTE    KLEINE    VERSCHRIKKING.

Net werd ’r aan de voordeur van ’t heerehuis gescheld.

Dat gaf afleiding.

Plas nam de twee schalen mee, den jongen nadreigend.

In de voorkamer zette-die alles in de kast, bij de kommen en borden en toeschuifelend naar de deur, zei-ie:

»Dat zalle me neef en z’n vrouw weze.”

Den doek liet-ie van z’n jas glijden en langzaam de deur openend, keek-ie door den kier.

Het waren Ari, Albert en Suus Bouten.

Ari droeg den grooten, frisschen krans met de witte linten.

„Is dat voor hiér?", vroeg Plas, ineens doodsbleek.

„Ja meneer,” zei Ari, vreemd-verlegen den bril van z’n oogen naar z’n neus duwend.

»Voor ’t dooie meissie,” zei Albert, wiens klare jongensstem in ’t holle van de gang echoode.

„Kom u binnen,” zei Plas, de deur in gewoontesleur achter de jongens en Suus sluitend.

„De kindren zijn ’t dorp rondgegaan, Plas,” zei ’k in de stilte van ’t huis: „brenge je dat”...

„En nog dèrtig gulden over,” zei Suus verheugd: „dertig gulden waarmee u doen mag wat u wil”...

Plas hoorde ’r niet. Z’n oogen waren niet van den

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.