Kleine verschrikkingen

Auteur
Herman Heijermans

Geschreven onder pseudoniem
Samuel Falkland

Titel
Kleine verschrikkingen

Jaar
1904

Pagina's
245



DE EERSTE KLEINE VERSCHRIKKING.    109

„Ja, ja — dat mot ook," praatte hij en zelf den bak met het witte brood nemend, gaf-ie Kris dien met ’t krentenbrood, om naar de voorkamer, waar ontvangen zou worden, te dragen. Kris liep vooruit, greep ineens in de lucht, liet de schaal vallen. De vijftien gesmeerde krentenbroodjes tolden door ’t zand.

„Wel gedorie nog toe!” —, vloekte Plas, bleek om den neus. Driftig zette-die ’t wittebrood op tafel en op den jongen toe-schietend gaf-ie ’m ’n paar kwaadaardige oorvegen.

„Lamme vlegel!” —, raasde-die: „sta ’k me daar ’n ongeluk te smeren en ken jij ’t nie in je pooten houen! ”

„D’r zit boter an de rand!” —, schreeuw-griende de jongen de slagen ontwijkend.

„Stuk ongeluk! Lamme kwaje aap!” —, foeterde Plas, de broodjes oprapend en met de vlakke hand schoonschuierend.

Zes halve zogen met de boterzij in ’t zand, most-ie op zij leggen, van de andre wreef-ie ’t stof, zich terwijl verontschuldigend: „U mot ze dan maar nie ete, strak-kies, meneer — om nóu nog andere te halen is ’t te laat en ze zijn d’r niemeer — ’k heb de laaste van de bakker genome — wat nie weet dat nie deert. — Ga weg, kwaje aap! Maak dat je uit me oogenkomt!”

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.