78 DE KIP IN DE BADKAMER.
sommige lieden doen, in een emmer koud water te dompelen, is niet alleen een daad die een denkend man met vijf hanen van zich wijst, maar daarenboven is het een bof wanneer je langs rechtzinnigen weg je kippen met niet-kraaiende kunt vermeerderen.
’s Avonds kregen we bezoek. Er wou iemand pianospelen. Geen kwestie van. De piano staat in de alkoof (zie ontwerp der woning), de alkoof ligt boven de kip. En ’t spreekt alweer vanzelf dat geen kip op d’r eieren blijft bij ’n wals van Strauss, of bij het opengaan van den Venusberg. We dronken thee, praatten gedempt. Als 9r iemand ’t ongeluk had te schaterlachen, zeien we bezorgd .... „Sst!... De kip... .* En toen ’s nachts de hond aansloeg kreeg-ie ’n mep.
Den volgenden morgen vroeg, ging ik 9s kijken in de badkamer, streek ’n lucifertje af. De witte kip keek suffig terug. Z’n water en z’n voer (met allemaal extra-lekkers) stonden onaangeroerd.
„Hij eet niet,” zeide ik bezorgd.
„Nee — hij eet niet,” zeide mijn vrouw.
Het maakte ons ongerust. Heusch, het is een historie als zoo iets een en twintig dagen moet duren.
„Als de eieren maar versch zijn,* bedacht ik.
„Kom,” zei m’n vrouw: „zóó versch van den melkboer" ...
„Jawel — maar bij ’t ontbijt zijn ze wel ’ns niét lekker” ...
Weer zorg. Zoo’n beest een en twintig dagen op ouwbakken eieren te laten, is ’n marteling voor de kip en voor je zelf.
Toen ging ik op nieuwe, absoluut versche broed-eieren uit. In de Meer moest ’n turfboertje wonen en dat turfboertje had de reputatie van versche eieren. In z’n huiskamerkast, tusschen een smerig