BOL SCHANDAAL. 57
Stug egaalden z’n stappen naast ’t pantoffel-gekluk van ’t mannetje. In de deuren stonden menschen te kijken wat V gebeuren ging en jongens draafden vooruit.
Even hield de veldwachter op voor *t kozijn en las.
Hij las met gefronste aandacht, zachtjes herhalend : Dit is die knoebel. Toen haalde-die ’t verbaal-boekje uit z*n uniform-jas, belikte ’t potloodstompje en schreef zorgvuldig: Dit is die Knoebel. Toen schelde-die an de schooldeur.
Bovenmeester liet ’m binnen.
* Meester,” zei de veldwachter: „Van Schie wil verbaal van dat geschrijf van die knoebel en dat u ’m strakkies in bijzijn van Gijsie en de barbier voor knoebel het gescholde”.....
Nou had-ie ’r den bovenmeester stèvig tusschen. Had-ie laatst van den burgemeester geen schob-beering gekregen, omdat de meester geklaagd had over de lantaarn voor de school die om negen uur geen olie meer had?
„Zoo, heb ik Van Schie voor knoebel gescholden?”, zei de bovenmeester: „zeg jij dan wat knoebel is?”
„Dat heb ik niet te zeggen, meester,” beet de veldwachter van zich af: „dat mot ü as meester weten. As u iemand voor knoebel scheldt, dan wil knoebel, knoebel zeggen en dat mot dan maar uitgemaakt worden. D’r staat op 't kezijn: dit is die knoebel en u het gezeid: goeien morgen, knoebel! As u niet had willen schelden, had u goeien morgen Van Schie gezeid en niét goeien morgen, knoebel”----
„Dan maak je maar verbaal op!”, snauwde de bovenmeester, „’k heb nou geen tijd meer — de school gaat beginnen” ....
Den heelen dag liet Van Schie op z’n kozijn Dit