24 OPEN BRIEF AAN ZIJNE EXCELLENTIE KUIPER,
„Hij is een man van de daad,” zeide mijn vriend.
„Hij zal er een stokje voor steken,” zeide ik.
Inderdaad, niet om u in ’t zonnetje te zetten, noch om arglistiglijk op uwe vaniteit te spekuleeren, vermeld ik deze vleiende meeningen. U zult er misschien zelfs lak aan hebben, gewend als gij zijt aan vurige bewondering en smadelijke aanvallen. Wie aan den weg timmert, vindt haaien met koe-magen. Honig en alsem immuniseeren ten slotte. Hoe vermag ik dan hopen, dat de appreciatie van twéé letterkundigen, bij Avond, bij den Vijver, bij een Lantaarn, de ijskorst om uw besprongen gemoed, een weinig in minzaamheid verweeke? Excellentie, bekommer u niet om den uiterlijken schijn — Excellentie, laat uw breed, uw goed, uw liefderijk, uw rechtvaardig hart spreken in ontferming. We zijn allen broeders op deze aarde. We zijn er niet om elkaar het leven te verbitteren, noch om mekaar te laten begappen. Excellentie, we worden begapt, gekist, gekelderd — tijdens ons leven.
„Als je ’m dan positief ’n ópen brief wil schrijven,1 mijmerde Heijermans, bij de lantaarn, zèg ’m dan dat ’t beestig is (alweer ’n wilde uitdrukking, die ik niet zou gebruiken!) dat Holland zich niet aansluit bij de B e r n e r Conventie1), zèg ’m dat 't waarachtig spaak loopt, zèg ’m dat-ie eens moet informeeren bij auteurs in 't buiten- en binnenland, zèg ’m dat ik al ’n heel lijstje heb:...
A. Met de vertooning van Ghetto in Londen in *99 had ’k ruim tien duizend gulden kunnen
1
Den niet-deskundigen lezer zij verklaard dat er tusschen de méeste landen van Europa een tractaat bestaat, de zoogenaamde Berner Conventie, waarbij het gééstelijk eigendom wederzijds in bescherming genomen wordt. Een auteur van een aangesloten land, behoudt dus alle rechten in een eveneens aangesloten land. Wie hem toch in zoo’n tractaatland besteelt, wordt vervolgd volgens de geldende wetten op diefstal.