116 OPEN BRIEF AAN DE DAME DIE EEN BEROEP
zwavelkoolstof (C. S2); van den bloedsomloop bij kikkers en de sprieten van coleoptera; van verspreiden, kruiswijzen, kranswijzen bladstand, scherm-bloemen, vetplanten, stampers, vruchtbeginsel; van de geslachtsbepaling der substantieven naar hunne uitgangen; van epenthesis, syncope, paragoge, apocope; van de meest gebruikelijke versmaten als daar zijn de trochaeus (— ^), de jambus —), de dactylus (— ^ —), de amphibrachys (— — —), de creticus (— —), de anapaest —), de
alexandrijn....; van de Saxon language die te
bloeien begint (..... under Edward III laws are
promalgamated in Saxon, saxon sermons are read in the churches); van logarithmen-berekening; van suiker-titreeren; van den éérsten tot den laatsten regel van het Lied von der Glocke; van worteltrekken, bewijzen uit het ongerijmde; van spectraal-analyse en het aantal wervels en kiezen bij mensch en zoogdier; van onderzeesche stroo-mingen, Sanherib (713 v. C.), Vespasianus, Mazarin, Stanislaus Poniatowski; van de vorming van kristallen, van practische scheikunde; van gouden, zilveren, dubbelen standaard; van Hudson’s baai, de Carabische Zee, de Malwinnen of (o dierbare ontmoeting!) Falkland’s Eilanden (Britsch), de ligging van Banjoewangi, Oland, de bevolking van Kiel; van inductie-stroomen, geluidgolvingen, inhouden van kegels en bollen, kortom (in één woord)
van alles, alles, alles.....
Ge wilt dit alles, alles, alles, aan de kaak, de publieke kaak gesteld zien, mevrouw en huismoeder — ge wilt dat ik de overlading zal aan-toonen. Ik kan het niet. Ik weet niet meer wat ik allemaal wist. Doch het moet ontzaglijk geweest zijn. Als ik het nu nog leerde, hérleerde, zou ik vijf-en-twintig jaar