98 HET GEHEIM VAN ZADELMAN & Co.
nader te collectionneeren — het werd dus Zadelman mèt de Co. en op ’t moment dat Falkland hem aan uwe leesgraagheid voorstelt, woog Zadelman & Co. groene zeep, comtemplatief lijvige kluiten op ’t grauw papier meppend. Z’n gebaar was afwezig. Dat wil zeggen de groene zeep was buiten hem om. Schier somber van handbe wegen gaf hij overwicht, aanschouwde de sterke daling der bascule èn ... mepte bij. Daarna, starend in de diepte onder de toonbank, waar blokjes spek, soda, zout en straks-gemelde groene-zeep-voorraden schimden, starend naar de schaduwen en zwartgalligheden (daar benee), starend zonder iets van vorm of qualiteitin z’n melk-grijze oogen vast te houden, zakte hij slap-spierloos op den rand der sectie grutterswaren, de groene-zeep-schep in de eene en leegte in de andere hand. Terwijl, bijna dreigend, ’r koper-ver-wonderinkjes uitkijvend, wachtte de schaal met den groene-zeep-kwak, die nimmer zóo lang en zóo zwaar aan die zij gerust had.
Knerste, zanikend-kierend, alsof er zand vergruisd werd, de achterdeur.
Bedrukt, het druilig kamergezichtje, boven den wollen doek, den mond zorgvol vertrokken, kwam zij ’t winkeltje binnen, keek ’m schuw voorbij, vroeg sullig: „Nou?” ....
Hij zei niks, staarde intensiever omlaag.
Toen wreef ze tam de handen, rul van ’t harde wasschen en schrobben en met lippen die aarzlend de woordjes proefden vóór ze ze zeien, praatte ze zeurig-klagend:
Toe dan.... Met zitte kom-ie niet verder....
En sèkuur weet-ie ’t niet — nee ’t blijft gisse — en as ’t dan mot — dan mót ’t — of jij daar nou zit — of jij daar nou zit..Ze eindigde drenzend, verveeld door z’n hanglen.