17
Heb de heele week wakker gelegen, óók als ’k ’n slaapmiddel had ingenomen.
Stein. Dan moet je ’r uit. Kom, is ’t nou noodig dat ik jóu advies geef? Niet slapen, tobben, overdag ’n drukke praktijk, dat hou jij niet uit, dat doet niemand.
Larsen. Nee, ’k hou ’t niet uit — geen dag langer.
Stein. Larsen ■— heb je vertrouwen in me?
Larsen. In wien meer dan in jou?
Stein. We hebben saam college geloopen — we hebben geen geheimen voor mekaar gekend — ik heb op jouw bruiloft gedanst -— jij op de mijne, ’k heb zelf twee kleintjes — niemand kan sterker de ellende van dat voelen dan ik. Maar je ben jong, je vrouw is jong — al hebben jullie drie jaar gewacht dezen keer -— ’r kunnen, laat ’k zeggen: ’r zullen meer kinderen komen. O! Hij schudt ’t hoofd. Hij wéét ’t. En als Ferrie alleen blijft, heeft-ie dubbel recht op ’n gezonden, veer-krachtigen, buitengewoon-veerkrachtigen vader, hoor je? Om te beginnen ga je vandaag kuieren en vanavond negen uur in je kooi....
Larsen (glimlachend). Om negen uur! Waarom niet dadelijk? (nerveus) ’k Ga altijd ’t laatste naar bed, om te sluiten en de gaskraan dicht te draaien.
2