16
bij ’n luchtige mop, dan heb ’k moeite uit me woorden te komen.
Larsen. ’r Zijn tijden in ’t leven, Stein, dat lachen je hatelijk is — ’k hoef jóu waarachtig geen explicaties te geven. En eerlijk gesproken hindert je methode om vroolijkheid óp te dringen, vind ik je grappen in de gegeven omstandigheden ’n beetje ....
Stein.... Onkiesch, ondelikaat, ongepast... .
Larsen... ’k Begrijp wel dat je...
Stein.... Juist, je begrijpt, dat ’k zwakjes probeer voor je fataal getob ’n dosis afleiding te verzinnen. Je ben ’n te ervaren medicus, Larsen, om zelf niet in te zien dat murmureeren ’n grens heeft. Als je dan wil dat ik uit ’n ander vaatje tap: jij doet onverantwoordelijk, onverantwoordelijk tegenover je vrouw en je kind. Je ben op weg ziek te worden. Je bèn ’t al. Wat voor nut heeft ’t, ’s nachts op te blij ven ? ...
Larsen.... ’k Ben niet....
Stein Je bèn vannacht en gisternacht hier,
in je studeerkamer, gebleven, ’t Graslicht brandde nog om negen uur vanmorgen. Bereik je ook maar dit met zulke excessen P Je ziet ’r gekookt en miserabel uit. A quoi bon?
Larsen. ’k Had geen moed te gaan slapen, ’k