CAUSERIE 53
Brons:
. . . Dames . . . laat de dames het hooren, dat die daar mijn dochter verleid heeft (zich opwindend), dat de meid zich daarna verdronken heeft, en dat wij als aandenken haar kind mogen groot brengen!
Madeleine (bevend):
Meneer Mortelmans, zeg dat die man daar liegt! Papa kunt ge een huisgenoot zoo laten beleedigen?
George:
. . . Het is genoeg geweest Brons . . . die meneer Mortelmans is onschuldig!
Brons (driftig tot Mortelmans):
En heb je de laagheid om te ontkennen?
Mortelmans (het hoofd buigend):
... Ik erken!
George:
Willy!
Madeleine:
O mijn God! (valt ontzet op een stoel neer.)
George:
Maar dat is een onwaarheid! De schuldige . . .
Mortelmans (hevig ontroerd):
. . . Ben ik! . . . Laat verder razen, Brons! ... Ik betreur diep wat gebeurd is . . . Ik zal dat kind aannemen als 5t mijne! ... Ik moet na die verklaring uw kring verlaten, meneer Hermans. . . vergeef dat ik als vreugdestoorder optrad ... Ik dank u voor alles, wat ik bij u genoten heb! . . .
God zeegne u! .. .
Hermans:
Neen, zoo vertrekt gij niet.