22 CAUSERIE
mière in London voor de betrokken artisten een gebeurtenis is, waarbij het broodje dadelijker betrokken is dan bij ons, waar de artisten een vast engagement hebben. Tegenover dit onvaste in hun bestaan, staan geldelijke vergoedingen waarvan Hollanders niet het minst begrip hebben. Toen de Engelsche directeuren met mij de voorstelling van Voerman Henschel in den Stadsschouwburg bijwoonden, vroegen zij wat onze grootste tooneelspeler verdiende. En toen ik om onze éér eens goed op te houden, met Bouwmeester’s salaris blufte, naar mijn schatting duizend gulden per maand, keken ze eenigszins medelijdend. Later bleek me, dat een Engelsch acteur van eenigen naam, méér verdient in een week dan onze goede acteurs in drie maanden. Rafael verdiende ongeveer zevenhonderd gulden per wéék, Rosa zeshonderd gulden per wéék, en zoo was het bij eerste-klas-artisten als Forbes Robertson, Beerboom Tree schering en inslag van ƒ 1200, ƒ 1500 misschien méér per wéék. Het spreekt van zelf, dat waar in Engeland alles beter betaald wordt, van af den muzikant in het theaterorkest, die op zijn slofjes ƒ 30 in de week verdient, tot den minsten beambte toe — de recettes aanzienlijk hooger moeten zijn. Een recette van ƒ 1000 is voor een Hollandsch ondernemer een Zondagsche en dan nog dikwijls zeldzame versnapering, terwijl een dergelijk bedrag per dag in London nauwlijks de uitgaven dekt. Ghetto heeft in London in twee weken tijds gemiddeld ƒ 800 k ƒ 900 per avond gemaakt en móést van het repertoire — in New-York waar de recettes ongeveer 2500 Dollar per week waren, wisten ze ook niet hóé gauw het treurig treurspel kwijt te raken. Een stuk, dat succès heeft (in London) brengt kalmpjes z’n 2000 gulden per voorstelling in. Er was dus op de generale repetities een geest van gretige belangstelling: al de menschen, muzikanten, figuranten, acteurs, directeurs, litteraire adviseurs enz.