OOIEVAAR LEPELAAR. 63
de brood-deegjes waarin ze nijdig ’r huidbloempjes afdrukte, dan voor ’t praten over dingen-van-den-dag van den zich opdringenden vreemden meneer. Toen, terwijl zij uit verveling de schijfjes rolpens en de koud-geworden gebakken aardappelen, die V dochter had laten staan, begon te kieskauwen, en hij, tegen ’t oogendreigen van z’n vrouw in, ’n vierde heet grokje bestelde, wenschte ik ze ’n aangename nachtrust.
Den volgenden avond even achter, terwijl ’t „Kei-zerlijk-Russisch zang-en-dans-ensemble” op was, zag ’k Angélique, die in Russisch nationaal-costuum en onder de schmink, ’n ongewone pracht-vrouw geleek, tusschen de coulissen heen — glimlachen — zoolang ’t publiek ’r kon zien. Dan, verwoed de vuisten ballend, plompte ze op ’n taboeret, bonsde een paar maal ’t hoofd tegen ’n coulissestut, dat ’t ’n rosse striem snee, snikte ’t bedwongen-krampachtig uit. Ze deed zoo diep-desperaat, dat ’n paar andere artisten, wat tooneelknechts en de brandweerman bezorgd rond ’r heen kwamen. Van alle kanten werd ’r zacht gevraagd wat ’r was. „Niks”, zei ze ruw: k wou
dat Jk krepeerde!" — en zich uit de belangstelling los duwend, sloot ze zich in de kleedkamer bij Dirk Pierre op.
De directeur gaf de verklaring. Ze mocht niet meer voor den dokter. Niet voor V zelf, niet voor ’t twééde kindje dat ze wachtte. fn Bezoeking. De grootste pech voor de familie....