IN DE VLAM,; 97
overschiet voor de reis — m'n bagage niet te vergeten — móét ’k wel naar m’n graf afreizen! Jij ben ’n beste ouwe heer — ’k geloof dat ’k je dankbaar moet zijn.”
We namen meteen afscheid, want ik had veel boodschappen te doen, en de huisknecht, dien ’k al zeventien jaar heb, stond voor wat hem opgedragen werd.
Klokslag zes was Johan aan ’t Centraal-Station met ’t valies, 91 ingelost horloge, de gequiteerde hotelrekening en ’t saldo, dat ruimschoots voldoende was voor een enkele reis Elberfeld.
Klokslag zes verscheen Bébé Meister.
„Hij liep,” vertelde de huisknecht: „met *n raar-toegetakelde juffrouw, vroeg waar ’t bagage-dépot was, liet daar z’n valies achter, gaf ’n gulden fooi, en ging met de juffrouw weer de stad in.”
Twee dagen later, toen ik van de vischmarkt terugkwam, ontmoette ’k Bébé, die deed alsof-ie me niet zag.
9t Briefje van de grootmoeder. „Du lieber Bé — kehre sofort zurück. Deine Mutter und ich weinen den ganzen Tag," heb 'k nog.
Maart Jo6.
Schetsen Falkland. XII.