40
De moeder. Haast je dan wat! Niet zoo kruipen, Leuntje. ’t Is half zes! (De dienstbode af door achterdeur. De moeder neemt spoelkommetjes en ander gerij — af door linker deur).
TWEEDE TOONEEL.
De moeder. De dienstbode.
De vader.
De vader {komt linnen, legt jas en hoed op ’n stoel, luistert aan het kamerschut, zet er een stoel tegen, gaat daar op staan, glimlachert met genoeglijke zuchtjes over den Icamerschut-r and).
De dienstbode ('schrikkend). Hè! As ’k wist waar uw hoofd vandaan kwam ! (ruimt het tafeltje af).
De vader. Sust! Ze slaapt.
De moeder. Ben je al thuis? Hoe kom je zoo vroeg F ...
De vader (in contemplatie). Wat wordt ze vet! Wat wordt ze vet! Je zou ’r opeten...
De moeder. Ik vraag waarom je...
De vader. Schattebout! Engel! Heerlijke dief! Lieve....