75
ZEVENTIENDE TOONEEL.
De vorigen, zonder de dienstbode.
De vriend (schuift z'n stoel tegen het kamerschut, klimt er op, kijkt over den rand). Goeie middag. Nou zijn we weer compleet. Zal ’k jullie de borden met soep anreiken ?
De moeder (onzichtbaar). Jaap, ga asjeblief weg. ’t Is hier vol genoeg! Als iedereen op me handen kijkt!
De vader (onzichtbaar). Wat sta je te ètenP
De vriend. Engelsche mik — Engelsche mik.
De moeder (onzichtbaar). Jaap ga an tafel zitten. De kruimels vallen op ’t kind. Als zoo’n kruimel in ’n oogie terecht komt. . .
De vriend Dan maar weer an tafel! (gaat terug met den stoel).
ACHTTIENDE TOONEEL.
De vorigen. De dienstbode.
De dienstbode (met kinderwaschgereedschap, verdwijnt achter het schut).
De moeder (onzichtbaar). Ze huilt niet eens. Ze laat zich helpen als ’n engel!