34 CARNAVAL.
beetje te intrigeeren, te flirten. In 9n zijloge, in ’r eentje, bedrapeerd met ’n wijnrooden domino, die langs ’r slank lichaam glee, zat ’n vrouw. Ze was beslist jong.
Telkens als ze van V stoel opstond — ze deed dat herhaaldelijk — teekende de zijden domino ’r buste. En ’r arm, zich uit het wijnrood vrijmakend, om ’n kleinen, fijngeciseleerden, ivoren kijker voor de oogspleten van ’t masker te houden, was zoo jeugdig van lijn.... Nee, lachen jullie niet! ’k Vertel niet als veroveraar, maar als man met ’n triestige herinnering. Als ’k op détails inga, is ’t om jullie ’t gebeurde te verduidelijken!,... ’n Paar maal, als ze weer zat, en ik de loge voorbij wandelde, boog 9k hoffelijk, groette met m’n claque. Zij, de usances van ’t bal volgend, boog beleefd terug.
„Komaan,” sprak ’k tot mezelf: „doe niet als ’n kat in ’n vreemd pakhuis! Verras je vrienden straks met ’t feit dat je niet meer alléén ben.”
Het eenige dat me weerhield, was m’n Fransch, dat weken oefening noodig had, om op Brusselsch peil te komen, ’t Is lastig met ’n onwillige tong ’t hof te maken....
Toch, na wat zoeken in verkeerde loges, stond ’k ’n oogenblik later, als ’n schooljongen, bij den fauteuil van de wijnroode domino. Net boog ze zich over de balustrade, 9r binocle in de handen. De kap door de beweging van het hoofd gezakt, spitste op 9r rug. Ze had, wonderlijke kleuring met ’t donkerrood van den domino, licht-rossig haar dat als ’n weelderige knoet neerzwaarde.
„Pardon, madame,” begon ik me voor te stellen, niet goed wetend of 9k madame of mademoiselle moest zeggen; „ . . .. Pardon” ....
Ze keek om, zoo verrast, zoo önaangenaam-verrast