186 „GOUVERNANTE INTERNE” .
Zij bewogen opwaarts. Van dal naar bergtop.
Gelijk het in héél-oude families andersom pleegt te golven.
Jaren na deze onmisbare inleiding — de zuigeling was al *n kerel van vier — verlekkerde zich de heer Kuit aan den van derden afgeneusden inval, om voor de kinderen eene Fransche gouvernante te nemen.
In déze evolutie zijner familie leerden we hem op ’n badplaatsje kennen. Ze hadden de tochtigste, duurste villa aan den zee-boulevard gehuurd, werden op thees bij lang-geen-toeschietelijke menschen gevraagd, bewogen zich met de terughouding van gezeten burgers, die niet verlangend zijn „nieuwe kennissen” te garen.
’s Morgens vroeg wandelden de jonge Kuit-jes, door de Fransche gouvernante begeleid, naar het strand, keurig, niet opzichtig gekleed — Jansie, Keetje, Mina, Hendrika voorop, de jongens achteraan met de Demoisellè. Meneer, mevrouw, later bij de hand, passeerden ons huis tegen tien uur — hij gesoigneerd, vet, gezond, met den beursstap van ’n aanzienlijk provinciaal kantoorheer, die ’r ’n twintigtal klerken op nahoudt — zij, gezet, stroef, stijf, met ’n ontevreden trekking om den mond en ’n a jour gewerkte modeblouse, die meer liet vermoeden dan wenschelijk was. Terwijl de Fransche gouvernante met de kinderen op 't strand was, namen mijnheer en mevrouw9n bad, b a i n-m i x t e. ’s Middags, bij niet te warm weer, wandelden ze zonder kinderen of toerden de omstreken af. Eerst na ’t middagmaal, als ze dat thuis namen, mocht Demoiselle met de meisjes en jongens’n half uurtje binnenkomen.
Dan zat mevrouw gereserveerd in ’r stoel, koeltjes