DOCTOR TUF. 173
In de Augustus-dagen op ’t Geldersch dorp, bleef de overweging van het geval een ontrusting. Koosje werd slim, met stijgende koortsen. Als ze stierf, wélke waarde had een leeke-oordeel tot ontlasting van den automobilist? Was ’t niet te mal om over te spreken, dat wij met onze onkunde, zouden protesteeren tegen de behandeling van ’n medicus, die misschien heelemaal geen schuld had, althans niet in wettelijken zin.....
Koosje is niét gestorven. Na zes weken liep ze opnieuw achter de groenten-kar. De automobilist schikte de zaak minnelijk, betaalde de rekening van Dr. Tuf — wij zonden ’n postwissel voor de zes visites — maar den heelen resteerenden tijd, als we in de dorps-stilte de benzine-knallen hoorden, keken we mekaar aan.
In dat dorp hebben we ’n vijand méér.
31 Maart 1906.