Schetsen, deel 11

Auteur
Herman Heijermans

Geschreven onder pseudoniem
Samuel Falkland

Titel
Schetsen, deel 11

Jaar
1913

Overig
2ed

Pagina's
217



FLIRTATION.    151

„Dat weet ’k niet," antwoordde ’t kereltje, dat met ’n vuurrood gezichtje te scheppen stond en zich al zóó dikwijls met de zandige handjes gewreven had, dat z’n slapen en wangen met zandveegjes be-kleefd waren.

„Weet je dat niet?”

„Nee,” zei-ie, op z’n schopje leunend: „want gister heeft Dien ons voorgelezen van iemand die levend begraven was — en net zoo lang klopte tot ze ’m hoorden.”

„Mooie verhalen zijn dat,” lachte de jonge vrouw: „zulke dingen mag Dien niet voorlezen!”

„Gebeurt ’t dan niet, dat ze menschen lévend begraven?” vroeg het grootste ventje.

„Wel nee,” zei de jonge vrouw weer, maar ineens liet ze ’r zoo iets droefgeestigs op volgen, dat de glimlachende toehoorder verbaasd opkeek: „menschen die begraven worden zijn dood — bij springlevenden komt ’t meer voor dat ze levend-begraven worden" ...

„Hoe kan dat?”

„Dat zal ’k je later wel ’ns vertellen. Schep je niet, Miepie?

„Nee, tante,” zei ’t meisje klagerig, en ’r schopje neersmijtend, begon ze plotseling diep-smartelijk te huilen.

„Wat is dat nou, Miep?”, vroeg de jonge vrouw verschrikt.

„Kijk me vinger is,” snikte ’t kind: „d’r zit zoo’n groote splinter in.”

„Laat ’t tante ’ns zien.”

„Nee! Nee!”, verdedigde zich’t meisje: „niet ankommen!”

Uit z’n makkelijke houding opstaand, ’t klein accident van ’t meisje als ’n voorwendsel aangrijpend, om ’n praatje op ’t strand te maken, boog-ie zich

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.