DE HONDEN VAN FREULE LOHMAN. 137
eten? Meelijdend verwees ’k hem naar de achterzijde van ’t zélfde Amsterdamsch blad, waarin onder den poëtischen titel „Van Bloemen en Planten* aan „groote miskenden” èn aan de lezers van Freule Lohman voorlichting gegeven wordt:
Vraag: Ondergeteekende, abonnée uwer courant, heeft de navolgende vraag aan u te doen omtrent een pughond, die bij mij ongesteld is, daar deze bijna niets gebruikt en dat weinige nog niet kan verdragen. Ontlasting heeft hij geheel niet en drinkt veel water. Sedert een dag of tien is hij hier aan lijdende. Ik hoop van uw redacteur hierop ten spoedigste in uw correspondentie eene opheldering te mogen zien.
A n t w.: Gaarne geef ik die. Laat uw hond een eetlepel wonderolie slikken (ineens.) Geef hem niets te eten, maar laat hem wel drinken, (het nat boven van de karnemelk) zooveel hij lust. Elke 3 uur zoo’n lepel wonderolie, tot alles in orde is. Lukt dat binnen 24 uur niet, dan terstond naar den veearts.
Al lijkt ’t geval bij eerste lezing niet smakelijk, noch geschikt voor publicatie, bij eenig nadenken gevoelen we onze misvatting daar ’n dier d a t o n z e liefde heeft, de openlijke aandacht waard is. De groote dagblad-pers had deze aangelegenheden sinds lang ter hand moeten nemen. Laten we voor de abonnée van het blad hopen, dat de veearts het wonder na de wonderolie verrichtte, en de humanitaire gedachten zegenen, die vieze auteurs vernietigen, om de troosters der legersteden met open vizier te verdedigen. Wroeging en ontrusting — tot vandaag liet ’k Tommy in ’t tuintje, zonder waarneming, uit....