118 ENGELSCHE KIEKJES.
Des avonds voor m’n vertrek, zag ’k in een grootere music-hall de lichtbeelden der Bioscoop —: Chamberlain werd daverend toegejuicht, Kruger ge-boehd 1) — volgde een troep Engelsche ruiterij in Afrika op weg naar de Transvaalsche grenzen, wat een razend succes had.
Een avond later, terug in Amsterdam, zag ’k de Bioscoop in het Circus Arena. Dezelfde Chamberlain werd uitgefloten, Kruger geestdriftig toegejuicht — dezelfde Engelsche ruiterij, zonder éénige verandering — alleen héétte ze nu op de programma’s: „Transvaalsche Boeren op weg naar de grens” had een succes fou.
Curieus hoe dèzèlfde lichtbeelden op twee verschillende gemeenschappen in werken. Hoe zou de Hol-landsche gemeenschap handelen als een Hollander Kruger uitfloot — hoe de Engelsche als een Engelsch-man Kruger toejuichte? Eenige andre staaltjes van vijandigheid in voelen en denken, wilde ’k u mede-deelen, zonder onze zelfgenoegzame superioriteit te bepleiten — een Engelschman kan met hetzelfde recht kiekjes van ons leven nemen.
Wij waren inEarls Court Exhibition, dwaalden tusschen het kermisvertoon, hadden het reuzenrad gezien en den waterval. Toen, achter het theater om, waar cowboys voorstellingen gaven, kwamen we bij eene menagerie, een dood-eenvoudig beestenspel met de meest onnoozle apparaten.
Hoe het op deze lüxe-kermis was toegelaten leek onbegrijplijk. In een getralieden wagen lag een slaperige, kniezende leeuw — in een anderen waren lichtschuwe jonge tijgers. Niet de moeite waard. Je heb dat béter gezien en in de moeheid van ’t heen-
1
De Engelschen fluiten niet, roepen boeh.