ENGELSCHE KIEKJES.
Juni, igoo.
Zonder méér te betuigen dat de oorlog van Engeland tegen Transvaal uit het energisch gedoe van groote speculanten voortspruit, dat Chamberlain ’n dit en ’n dat is, verklaart geenszins de enorme populariteit van dien oorlog bij het Engelsch volk.
Het is een waarheid dat ongeveer héél Engeland toejuicht wat er op dit oogenblik geschiedt en te goeder trouw verbaasd is over de continentale meening. Het begrijpen van eene andre gemeenschap is een te moeilijk ding om er met de plechtige zekerheid van ’n één-dags-reiziger over te spreken. We hebben zoo gestaan tegenover de Dreyfus-zaak in Frankrijk — we staan in gelijke mate paf tegenover de moorden in Afrika. Naast diepere economische oorzaken hebben we in beide gevallen te doen met wrijvingen, elkan-der-niet-ontmoeten van gemeenschappen, waarvan géén gemakkelijke analyse te geven is. Ik waag er mij voorloopig niet aan. De Engelschen, als massa, gevoelen zóó heftig voor de lotgevallen van hun soldaten als Hollanders meeleven met Transvalers. Beide gemeenschappen zijn oprecht en beide dwalen.
Bij ’t uitbreken van den oorlog was ’k in London.